Oorlogsdagboek(1) door Pater Hermanus van Driel, overgetypt door Marin Been.
Pater van Driel was gedurende de Tweede Wereldoorlog Overste(2) van het Neboklooster(3). Van augustus 1942 tot eind 1946 verbleef Pater van Driel in het landhuis van de heer Braam aan de nabijgelegen Biesseltsebaan waar hij dit dagboek heeft geschreven. De kloosterlingen en het kleinseminarie waren vanwege de bezetting van het Neboklooster gedwongen uit te wijken naar elders. In het Neboklooster verbleven:
– de Duitse Wehrmacht
– het Engelse/Amerikaanse/Canadese leger
– het Nederlandse leger.
Het Neboklooster heeft vanaf 17-9-1944 verder nog onderdak geboden aan de Brandweer, Vrij Nederland en het Rode Kruis. De Engelsen, Amerikanen hadden er vanaf 17-9-1944 een militair hospitaal. Vanaf 8-3-1945 werd het een Canadees militair hospitaal.
1) Een kopie van het handgeschreven oorlogsdagboek is aanwezig onder inventarisnummer 11588 in het archief van de Nederlandse provincie van de Redemptoristen. Het archief bevindt zich bij het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven “Klooster Sint Aegten” te Sint Agatha.
2) R.P. Superior; R.P. = Reverend Père: eerwaarde pater.
3) Sionsweg 2, Nijmegen; in 2009 aangepast tot luxe wooncomplex.
Zondag 17 September was niets bijzonders te merken. Tegen 2 uur echter was de lucht vol met jagers, die kriskras doorelkander vlogen en een lawaai maakten als een oordeel. Tegen 4 uur zagen we in de verte veel parachutisten vallen, naar wij dachten in het Rijkswald. Later hoorden we, dat er in Groesbeek, Mook, Kleef en omstreken 15000 gevallen waren. Tegen zes uur was een onzer aan de Biesseltsche baan en zag plotseling tegenover onze poort op het terrein van Dekkerswald een rij soldaten aankomen, het hek werd eenvoudig doorgeknipt en achter elkander stapten ze de Biesseltsche baan op. Van de eerste verbazing bekomen gingen we naar het hek om te kijken. Het waren Americanen, geheel gewapend met machinegeweren, schoppen, enz. Zwijgend groetten ze en stappen achter elkander naar Nebo en Brakkensteyn, waar de Duitschers alles achter lieten en hals over kop vluchten. De bewoners van onze buurt waren uitgelaten en van alle kanten hoorden we zingen “Oranje boven”.
In de overtuiging dat ze doorgegaan waren naar Nijmegen, belden we ’s avonds op, maar daar was nog geen soldaat te zien en wilde men het niet gelooven. Maandag zouden ze Nijmegen bezetten maar ondertusschen hadden de Duitschers zich hersteld van de schrik en boden overal weerstand. Hier in de bosschen rondom de Nebo waren overal gevechten, maar daar bleven de Engelschen meester. Niet echter in de stad en in Groesbeek, daar werd verwoed gevochten, maar tegen den middag was het erg hachelijk. In den namiddag echter zagen we vele zweefvliegtuigen, vier of 5 werden door een ander vliegtuig getrokken die werden neergezet tusschen Groesbeek en Nijmegen. Ze waren bevracht met veel materiaal, soldaten en ook kleine tanks. Intusschen had vrij Nederland kans gekregen de bruggen te ontladen en gedeeltelijk te bezetten. Voor de brug echter was een stuk fort door Duitschers bezet, overal hadden zij zich in de stad genesteld en er werd overal gevochten.
Waar zij dreigden te verliezen, werd eenvoudig alles in brand gestoken, zoodat die nacht Nijmegen één vuurzee geleek. Den volgenden dag dinsdag 19 september kwam er weer versterking, de grote tanks uit Eindhoven waren de bruggen bij Grave en hier kunnen passeren en brachten uitkomst. Dat moorden en branden duurde tot Woensdagsavond, toen de Amerikanen / Engelschen de stad meester waren. De brug was echter nog in handen van den vijand. Veel was afgebrand: Station, Stadhuis, Keizerkarelplein, Broerstraat, Christus-Koning Kerk (gedeeltelijk), Kerk Krayenhofflaan (gedeeltelijk), Universiteitsgebouw enz. enz., Batavierenweg (onleesbaar) In de bosschen echter tusschen Nijmegen en Groesbeek waren nog veel resten van soldaten, ook op Berg en Dal. Daar was men Vrijdagavond nog geen meester. Intusschen was de Nebo bezet door de Brandweer, Vrij Nederland, Engelschen en Amerikanen.
Ieder schijnt er daar te zijn. Wij mogen er ook vrij in. We zijn begonnen met offers te danken, dat de Nebo zo weinig geleden had. De kerk was heel, ook het huis, wel beschilderd en vuil maar niet geschonden. Op de slaapzaal waren niet alleen de cellen aanwezig, maar boven elk bed was nog een tweede getimmerd. Van de 150 waschbakken waren er ± 30 stuk. De keuken installatie en de verwarming waren intact. We hadden dus wel reden tot dankbaarheid. We zijn begonnen met alles bij elkander te brengen wat van ons was en dit hier en daar in een kamer op te sluiten. Je zag dat de Duitschers overhaast het huis hadden verlaten. We vonden veel kleerkasten enz. enz. De grote spreekkamer werd door ons schoongemaakt en overdag zou daar altijd iemand zijn en zooveel mogelijk zorgen, dat er niet te veel vernield werd. Intusschen had de Brandweer en Vrij Nederland een ander onderkomen gevonden en bleven alleen de Engelschen in het seminarie en de Amerikanen in het klooster.
Alles was spoedig ingenomen. Enkele kamers, die wij voor eigen gebruik hadden afgesloten, moesten weder worden afgegeven. Dinsdagmiddag scheen opeens geheel de Nebo in brand te staan. Men hoorde een verschrikkelijk geknetter en de vlammen sloegen hoog op. Gelukkig was het enkel de munitie van de Duitschers, die in grote hoeveelheden op de voetbalterreinen waren opgeslagen en nu in brand waren gestoken. Intusschen duurde de strijd in Nijmegen door, op verschillende plaatsen werd nog gevochten en ’s avonds was er nog steeds brand waar te nemen. De menschen huisden in de kelders of waren gevlucht. Ook in de bosschen van Groesbeek en Berg en Dal werd gevochten. Steeds vielen er nog granaten en verwoesten verschillende huizen zoals G. Braam, Graafscheweg en H. Braam St. Annastraat. Op Zaterdag lagen op ‘t Mariaplein nog lijken zonder armen of benen. Groesbeek moest geheel ontruimd worden, allen vluchten weg en lieten alles ook het vee achter. Vanuit het Rijkswald werd er voortdurend geschoten en des nachts kwamen de Duitschers de boerderijen in brand steken. De toestand was nog steeds angstig, maar ieder was toch blij bevrijd te zijn. Arnhem was weer opgegeven en in Uden scheen de toestand critiek.
Zondag 24 September waren in onze Kapel 4 Iersche soldaten te communie. Steeds komt er aanvoer van wagens en tanks, die zich overal nestelen. Op ons terrein aan de Biesseltsche baan komen er verschillende te staan, zoodat we bijna geheel ingesloten zijn. Bij onze kapel staat het Rode Kruis. De bosschen staan vol. Een klein waarnemens vliegtuig zweeft heel den dag heel langzaam boven stad en omstreken. Je ziet van alles komen grote kanonnen, schepen op auto’s, enz. enz.
Een aardig gezicht was een grote gevechtswagen met negersoldaten, allen een grote sigaar in den mond, terwijl Engelschen en Amerikanen alleen sigaretten roken. We zaten midden in de vuurlinie en geheel den dag rammelde het huis van het kanongebulder, dat in onze buurt was opgesteld. Er waren er een paar bij van het grootste kaliber. Een bomaanslag had de bruggen getroffen, maar de voetbrug was aardig hersteld. Met Nijmegen hadden we weinig connectie, niemand durfde op straat komen, alleen hoorden we veel, meestal overdreven, verhalen. De rust van de rustige Engelschen gaf ons echter ook rust op den Nebo woonde ook de aalmoezenier van de parachutisten R.D. Kenny. Deze was met hen meegekomen. Zijn vliegtuig was echter op 1500 voet hoogte boven Overasselt in brand gevlogen, zoodat zij er daar reeds waren uitgesprongen. Volgens zijn verklaring worden ze anders van een hoogte van 500 voet neergelaten.
Het blijft voor velen een angstig ogenblik. Zij zitten met 18 man in een vliegtuig, dat aan de achterzijde een deur heeft. 20 minuten voor den sprong wordt met licht een teken gegeven en gaan allen achter elkander staan en de een ziet bij de ander of alles in orde is. Vijf minuten voor het springen een tweede teken en gaan de achterdeuren open, wanneer het laatste teken komt springen allen er achter elkander uit. Boven de eigenlijke parachute is nog een kleinere, dat met een touwtje aan het vliegtuig vast zit en bij het springen wordt opengerukt. Binnen 3 tellen is de parachute open. Ze hebben gummi schoenen aan en daarin een mes, waarmede ze op den grond spoedig alles kunnen lossnijden en gewapend klaar staan. De parachute laten ze liggen. Een op de 15000 gaat niet open. De parachuten zijn van zuiver witte of gevlekte zijde. Eetwaren worden naar beneden gelaten in groene, munitie in rode parachuten. Wanneer er gebrek komt aan munitie of eetwaren tonen de wagens een rode of groene lap, waaraan de vliegers kunnen zien, waaraan gebrek is. Deze vliegen geheel den dag boven de troepen.
Maandag 25 September. De aalmoezenier komt ciborie lenen, want in den namiddag zullen een 300 soldaten te communie gaan. ’s Middags hevige luchtgevechten boven Nijmegen. In mijn onmiddellijke nabijheid viel een parachutist neer, een jonge Duitscher van 18 jaren. 3 jagers en 1 bommenwerper werden neergeschoten.
Dinsdag 26 September. Begonnen de kerk schoon te maken. Weer verschillende luchtgevechten, 15 werden neergeschoten.
Woensdag 27 September. Tot nu toe sliepen allen nog boven, maar dezen nacht drie maal in de kelder geweest. Er was zwaar afweer geschut en er vielen bommen en granaten. ‘t Doel was de Waalbrug, de Duitschers hadden 400 parachutisten daarbij neergelaten en er werd hevig gevochten.
Een bom vernielde de Christus Koning kerk. Op de H. Landstichting werd Piet Gerrits door een scherf getroffen aan? zijn rechter oog en linker arm. In de (Krayenhoff) kazerne werden 8 kinderen gedood door een granaat, die zij gevonden hadden.
Donderdag 28 September. Dezen nacht hebben wij in den kelder of beneden geslapen. De nacht was rustig, maar ’s morgens was er weer een hevig luchtgevecht boven de stad van half zeven tot 9 uur. Voortdurend toenemende afweer. ’s Avonds wederom hetzelfde en vielen er ook bommen. Hevig wordt er rond Nijmegen gevochten op Berg en Dal, Groesbeek, Millingen enz. Parachutisten hebben Nijmegen nog voor een groot gedeelte omsloten. De dapperen parachutisten hebben wegens gebrek aan (onleesbaar) moeten verlaten. De grondgevechten duurden van 8 tot 11 uur en er werden 48 vliegtuigen neergeschoten (onleesbaar)’s Nachts rustig, ’s morgens (onleesbaar) vliegers
Weder zijn de beide bruggen door bommen getroffen, de spoorbrug zal niet spoedig hersteld worden, de voetbrug wel. Daarenboven hebben ze nog een schipbrug ter hunner beschikking. Gisteren avond moeten er nog vele bommen gevallen zijn o.a. Groesbeekscheweg, Huygensstraat. Vandaag kreeg ik van soldaten de verzekering, dat de safe van de landbouwschool ongedeerd was, het gebouw was afgebrand. Wij hadden daarin een loket gehuurd. De kok van het Rode Kruis komt in onze keuken een cake bakken, hij brengt zelf alles mee. Een andere afdeling komt een stuk versch vleesch brengen. Steeds komen ze vragen om eieren te ruilen voor vleesch of visch. Toevallig kwamen op den Nebo de Paters tot de ontdekking, dat enkele soldaten aanstalten maakten om de cellen van den Nebo af te breken. Blijkbaar begrepen ze de bedoeling daarvan niet en dachten, dat dit werk was van de Duitschers. Ze hadden hout nodig. De majoor kwam aanstonds mee om het te verbieden. Gisteren werden de leeken uit het klooster verwijderd, ook de Koks en helpsters. De Engelschen zouden zelf koken. Zij zijn in ’t seminarie, de Amerikanen in ’t klooster, het Rode Kruis in de kelder.
Zaterdag 30 September. Rustige nacht, overdag enkele vliegtuigen neergeschoten. Vandaag de kerk in orde gemaakt, de banken van het noviciaat er in geplaats om morgen de H. Mis te kunnen lezen.
Zondag 1 October om 9 uur de kerk ingezegend en daarna een stille H. Mis opgedragen uit dankbaarheid. We hadden er geen ruchtbaarheid aan gegeven, maar toch was geheel de buurt aanwezig en werden 66 HH. communiën uitgereikt. Buren hadden alles extra schoongemaakt, een bloemist bracht bloemen, de heer ten Horn had ons kloosterklokje (om de tekens te geven) in den toren gehangen en was reeds om half negen aanwezig om te luiden. In de andere kerken van Nijmegen werden ook geen Zondagsdiensten gehouden. Wegens het gevaar van granaten was niemand verplicht de H. Mis te horen en de meesten durfden ook hun kelder niet verlaten. Om 12 uur werd onze kerk weer gesloten. De Duitschers hebben van den kant van Groesbeek een hevigen aanval gedaan, de granaten vlogen over ons huis. Men zegt dat er in het Rijkswald 15000 soldaten en 100 tanks zijn samen gebracht.
Maandag 2 October. Onrustige nacht. Voortdurend rammelt ons huis van het kanongebulder. In de Meerwijk ontploften verschillende granaten. Ook een in onzen tuin, tegenover het huis van Vis, waar enkele ramen insloegen. Ook de H. Landstichting werd getroffen. In Groesbeek woont niemand meer. Wij hoorden dat de aalmoezenier R.D. Kenny gisteren 6 H. Missen heeft gelezen, 3 voor en 3 na de middag. ’s Nachts was hij tegenwoordig geweest bij de gevechten in Groesbeek.
Dinsdag 3 October Gisteravond om 8 uur begon weer een nieuw bombardement, er vielen vele granaten en boven de stad was het één vuurzee. Wij waren allen in de kelder en voor het eerst brachten allen hun matras naar beneden om daar te slapen. In de buurt waren twee bommen gevallen, waardoor de deur van den ingang ontzet werd. Ook schijnen de Duitschers tot bij Dekkerswald geweest te zijn, waarin de bosschen achter het huis v.d. burgemeester gevochten werd.
Woensdag 4 October Rustige nacht voor ons, ofschoon tusschen Nebo en H. Landstichting veel granaten zijn gevallen. Een huis stortte in en een persoon werd een hand afgeslagen. Ook viel een granaat door de koepel van de Cenakelkerk. In Nijmegen viel een granaat in een schuilkelder (Ruyterstraat) waarin 150 personen waren, 80 waren dood, waaronder van één familie 21 personen (vader, moeder met twee getrouwde kinderen die elk 8 a 9 kinderen hadden). Bijna ieder woont nog in de kelder, zoo hoorde ik van Braam, dat ze daar in 14 dagen nog niet uit de kleren waren geweest.
Donderdag 5 October ’s Nachts is het Rijkswald gebombardeerd. In den namiddag vielen veel granaten. ’s Avonds hadden we van 7 tot 8 een angstig uur, granaten floten over ons heen en kwamen in onze onmiddellijke nabijheid. We waren allen in den kelder, behalve Br Tarcisius. Deze was boodschappen naar Malden en toen hij bijna thuis was overviel hem een schervenregen. In zijn angst dacht hij er niet aan te schuilen, maar rende verder, terwijl de scherven tegen de huizen van den Scheidingsweg opsloegen. Geheel ontdaan verscheen hij in de kelder. Verschillende soldaten in de buurt waren gedood of gewond.
Vrijdag 6 October weder een angstige dag. Veel vliegers in de lucht. Tegen 12 uur vielen er 2 splinterbommen, één achter het huis van Mevr. v.d. Velden zonder schade aan te richten, de andere op de Biesseltsche baan op enkele meters van onzen tuin. Bij Vis, Dalderop en Hardenbroek waren veel pannen van het dak, vier soldaten werden gewond en mevr. Schwerts gedood. Deze had het kerklinnen van den Anglicaansche Aalmoezenier gewasschen en bracht het hem terug vóór zijn tent. Hij kon zich bij het gefluit van den bom zich nog terugtrekken in een kuil, zij kreeg een grote scherf tegen haar borst en was onmiddellijk dood. De kinderen waren bij ons en ik heb hen het droeve nieuws moeten mededelen, zij waren nu wezen van 16, 12 en 8 jaar zonder enige familie in de stad. Haar oom in den Haag was niet bereikbaar. R.P. de Bot en Br. Leonardus hebben haar binnen gedragen in het huis van Baron v Hardebroek, R.P. Versteege heeft haar de H. Olie nog toegediend. Later is het lijk door Kramer weggehaald vóór de kinderen thuis kwamen. De kinderen zijn nu op Dekkerswald. De bommen waren waarschijnlijk van een Americaansch vliegtuig, dat was aangeschoten en brandend bij Brakkensteyn neerviel. In den namiddag nog 2 vliegtuigen zien neervallen. In de stad vallen nog steeds granaten en doodden 15 burgers.
Wat verlangen we naar vrede. De menschen worden steeds zenuwachtiger en moe door slapenloze nachten. Een grote ijzeren tank heeft de Biesseltsche baan gelijk gemaakt. Achter de Nebo (langs het spoor) is men een vliegveld aan ’t maken op Americaansche manier. De bomen (hoge dennen) worden eenvoudig door een zware tank omvergereden, en daarna door een volgende grote tank als zand opgeschept en aan kant geworpen. Vier kleine vliegtuigen zijn er geplaatst om steeds den omtrek te kunnen verkennen. Vanmiddag is plotseling het Rode Kruis vertrokken, maar ‘s avonds waren er weer andere troepen. Het voorportaal bij onze kapel is de slaapplaats geworden van een Anglicaanse Aalmoezenier.
Zaterdag 7 October ’s Middags kwamen er een duizend bommenwerpers over de stad. Men zag rondom overal afweerwolkjes, een bewijs dat de stad nog door Duitschers is ingesloten. Een Americaansche bommenwerper werd aangeschoten en viel op de markt. Men is nu reeds 3 weken aan ’t vechten om de stad Arnhem en nog niets opgeschoten.
Zondag 8 October Om 9 uur H. Mis op de Nebo voor de menschen v.d. omtrek, om half 11 voor de Engelschen, er waren een 40 soldaten. De Anglicaansche Aalmoezenier hield een druk bezochte oefening op onze tennisbaan, preek en zang. Er waren goed honderd toehoorders. Hij was in toog en baret. Verderop in de bosschen werd daarna een prachtige mis met gemengd koor uitgezonden. Vandaag is in onze buurt alles nog al rustig, in de stad vallen vele granaten. Tegen den avond had de Anglicaansche Aalmoezenier weder een godsdienstige bijeenkomst op de tennisbaan. ’t Scheen een soort mis of avondmaal. Op een altaar brandden twee kaarsen, er werd brood en wijn gebruikt, hij was gekleed in superplie en staal (stola). ’s Avonds vielen er weer vele granaten in onze onmiddellijke nabijheid, die ons naar den kelder joegen.
Maandag 9 October Geen bijzonder nieuws. Prins Bernhard moet incognito in de stad zijn geweest.
Dinsdag 10 October Geheel den nacht hevig kanonvuur, het huis dreunde. Vele granaten werden naar alle kanten heengeschoten en er werd veel vernield. Op de H. Landstichting heeft men de H. Mis van 7 uur moeten onderbreken om in de kelder beschutting te zoeken. Het bataljon, hetwelk bij ons lag, is heden vertrokken, om 11 uur kwamen weer nieuwe troepen.
Woensdag 11 October Rustige nacht. Dezen morgen zijn veel soldaten vertrokken, alles gaat per auto, fietsen of lopen doen ze niet. Vandaag is de Lourdeskerk door een granaat erg beschadigd. Moeder Bernarda van Casa Nova is opgehaald en in bewaring gesteld. De overige Duitsche zusters mogen het klooster niet verlaten. Bij Driel hebben de Duitschers een bruggenhoofd over de Rijn geslagen.
Donderdag 12 October Dezen morgen vielen er weer veel granaten vooral in de Meerwijk. Toen Br. Leonard melk ging halen, vlogen de scherven over hem heen. Bij het begin van mijn H. Mis ontploften in de nabijheid 2 granaten en op ’t einde was er veel afweer. De Duitschers zijn deze nacht weer doorgedrongen tot beneden den Duivelsberg in Berg en Dal en staken een huis in brand. Door den dag schiet nu en dan een vliegtuig heel lag over Nijmegen en er komt hevig afweer.
Vrijdag 13 October Rustige nacht. In de stad vielen vandaag weer granaten. Gisteren zijn koning George, Montgomery en Eisenhower in de stad geweest. Op de Biesseltsche baan ligt een neergeschoten vliegtuig, ook in de Nebo tuin, Brakkensteyn, Scheidingsweg, enz. Onze slager Cornelissen was even in de stad, toen in zijn nabijheid een granaat insloeg en iemand doodde.
Zaterdag 14 October ’s Nachts veel kanongebulder, ze staan nog steeds in onze nabijheid. Steeds granaten en slachtoffers.
Zondag 15 October Om 9 uur was wederom een H. Mis in de kerk, er waren ook ± 50 soldaten, meest Americanen. Veel Katholieken, Engelschen zijn er niet. De Amerikanen hadden enig geld (fl 9) bij elkaar gebracht en kwamen dit Br. Williebrands brengen, omdat er nog geen zakje rond ging.
Maandag 16 October Feest van St. Gerardus. Om 9 uur H. Mis voor ons allen bekend in de kerk. Er waren ± 40 menschen, men durft nog moeilijk buiten te komen. De H. Gerarduskapel was verlicht, met bloemen versierd en er branden enkele kaarsen. Wegens kaarsennood konden geen devotiekaarsen worden verkocht. Vóór de H. Mis werden enkele intentie’s afgelezen en na de H. Mis relikwie-vereering. De kerk bleef open tot 5 uur.
’t Is nu al 4 weken na den inval en nog wordt er op enkele kilometers buiten Nijmegen gevochten. Bij het begin van de tafel kwamen de twee Iersche Paters ons zalig feest wenschen. Onze uitnodiging om te blijven dineren namen ze gaarne aan en een konijn zorgde er voor, dat het genoeg was. Ze bleven bij ons tot half drie en namen prentjes en iconen van OLV. v A.B voor de soldaten. Het leger zou die betalen. Elk heeft zoo ongeveer 400 soldaten te verzorgen. Hun middagmaal kregen wij cadeau n.l. 1 blik erwten, 1 blik vleesch, 1 blik soep en een zakje suiker. Vannacht heeft een granaat wederom een huis getroffen in onze nabijheid n.l. bij Jansen op Brakkensteyn.
Dinsdag 17 October. Dezen namiddag ging de troep weer verder, maar tegen den avond kwamen er weer nieuwe wagens, nu van Ieren, waarvan veel Katholiek zijn. De Aalmoezenier was vroeger reeds een paar malen bij ons geweest en wist niet, waarheen hij nu gebracht werd. Hij was verbaasd en tevens blij, toen hij ons hutje herkende, dat voor enkele weken als zijn verblijfplaats werd aangewezen.
Woensdag 18 October Vandaag hebben we onze kerkbanken opgehaald uit de basiliek der H. Landstichting, waar zij opgeborgen waren.
Donderdag 19 October Veel regen en rustig. In Nijmegen wordt het rustiger, maar wegens het slechte weer schieten ze niet op, noch in het Rijkswald, noch bij Arnhem. De bruggen bij Grave en Lent worden streng bewaakt en niemand komt er over zonder een speciale vergunning. Onze Iersche aalmoezenier was echter bereid mij over de brug bij Grave naar Velp te brengen, waar ik eens gaarne wilde weten hoe het met het zusterklooster gesteld was. Op deze wijze passeerden wij gemakkelijk alle wachten en waren binnen een half uur in Velp. Onderweg overal kampen enz. enz.
Daar hoorden we voor het eerst het droevige nieuws dat het klooster van Sambeek en ook het dorp zwaar door granaten getroffen was. Bijna alles was daar in den omtrek vernield, kerken, kloosters, molens enz. Ook het klooster der Redemptoristinnen had voltreffers gehad en was gedeeltelijk vernield en wat het ergste was, een voltreffer was door een klein raampje boven den grond terechtgekomen in den kelder, waar alle zusters aan ’t bidden waren. Zuster Tecla was aanstonds dood, zuster M. Augustina heeft nog 10 minuten geleefd, moeder Gertruides was bewusteloos, ontving het H. Oliesel, maar was spoedig weer beter. Zeven zusters werden gewond en bij verschillende waren kap en kleren tot op het hemd verscheurd. Enkele zusters (7) zijn met enige zusters Dominicanessen daar in de kelder blijven wonen en de anderen (ik meen 17) zijn met moeder, naar Velp gebracht.
Toen ik daar aankwam waren zij nog niet over hun zenuwen heen, en uiterst dankbaar, dat zij daar waren. In Velp zelf was het rustig, behalve de zusters van Sambeek zijn daar nog binnen het slot zieke soldaten met het Rode Kruis en 2 doctoren. Deze laatsten verzorgen ook de gewonde zusters. Mijn terug reis duurde ruim 2 uur. Overal oponthoud en midden in Nijmegen hadden we geen benzine meer. Ruim een half uur stonden we daar te midden van de verbrande huizen. Overal vielen er granaten en ’t was pikdonker. Nu en dan werden we beschenen door zoeklichten.
Zaterdag 21 October steeds granaten. De Duitschers zijn weer tot de eerste huizen van Groesbeek doorgedrongen. Naar vermoed wordt zijn de priesters van de Horst (Groesbeek) en vele of alle parochianen door de Duitschers meegevoerd.
Zondag 22 October ’t Is nu reeds 5 weken dat de Engelschen vóór Arnhem en vóór het Rijkswald liggen en dat wij nog in de vuurlinie zijn. Men had gedacht, dat dit slechts enkele dagen zou duren. Heftige tegenstand en slecht weer zijn daarvan de oorzaak, maar om verschillende redenen wordt hier de toestand steeds moeilijker. We zijn echter dankbaar voor onze bevrijders en hebben medelijden met het bezette gebied. De deken heeft vandaag een biddag gevraagd om voor hen te bidden. Van 3 tot 5 zal het Allerheiligste in de kerken worden uitgesteld. Die aanbiddingsuren werden goed bezocht. De inwoners van Nijmegen beginnen langzamerhand terug te komen, maar bijna alle huizen nog in de kelders. ’s Avonds om 10 uur kwam een Engelsche soldaat een jongetje brengen van ± 10 jaar. Hij vertelde dat zijn ouders in de Hertogstraat woonden en in een brandend huis waren omgekomen. Hij had al dien tijd bij de soldaten rondgezworven. Vannacht blijft hij hier, morgen naar ’t politiebureau.
Maandag 23 October De aalmoezenier zoekt een gelegenheid om met een 100 tal soldaten een retraite te houden, hij denkt er zelf over om daarvoor naar Leuven te gaan, daar hier alle gebouwen bezet zijn. Als men door de gangen van den Nebo loopt kan men genieten van een grote dikke neger, die met een sigaar in de mond en één hand in de zak, met de andere hand heel rustig de gangen veegt.
Dinsdag 24 October Dat jongetje was geen wees, maar van zijn ouders weggelopen. Weer veel granaten. Het Canisius-ziekenhuis had dezen nacht 6 voltreffers. De volgende dagen steeds veel afweer en granaten, zaterdag werden op de Sterreschansweg 6 personen gedood.
Zondag 29 October In den middag vielen er behalve granaten ook veel bommen. Er waren dien dag 80 doden en 120 gewonden.
Woensdag 1 November Steeds dezelfde toestand. De aalmoezenier vertelde, hoe de Duitschers de bruggen hadden beschadigd. Met 8 man waren ze de Waal komen afzwemmen bij mistig weer en hadden onder iedere brug een mijn gelegd. Bij de spoorbrug lukte hun poging, de middelste boog stortte naar beneden, de voetbrug bleef begaanbaar. Ze werden alle 8 gevangen genomen en later werd de rivier steeds verlicht en bij iedere beweging werd erop geschoten.
Zaterdag 4 November Deze nacht moeten er in onze buurt en op Dekkerswald veel granaten gevallen zijn. Nog steeds zijn de Duitschers in onze nabijheid. Verleden Zondag hebben ze nog midden in Groesbeek gevochten, de Engelschen drijven ze terug tot de grens, maar vervolgen ze niet verder.
Maandag 6 November Onze omgeving Beek, Berg en Dal, De Meerwijk moet evacueren, wij hebben nog niets gehoord, ’s middags vielen er 2 bommen op Brakkensteyn en doodden er verschillende kinderen. De volgende dagen steeds oorlog. Door bemiddeling van den Aalmoezenier ontvangen wij uit Engeland van de zusters Redemptoristinnen 2000 hosties, waaraan hier gebrek was.
Vrijdag 10 November Weer granaten dag, ook in de buurt van de Nebo.
Zaterdag 11 November Dezen morgen is onze Iersche Aalmoezenier Tronson vertrokken, en tegen den avond stond geheel de troep klaar om eerst den volgende morgen te vertrekken. ’s Avonds tevoren kwamen de 2 Koks afscheid nemen, het waren goede vrienden wat ze bij het afscheid nog toonden. Ook vonden we ’s morgens een zak erwten voor onze deur geplaatst. De volgende dagen steeds hetzelfde. Veel troepenaanvoer, veel granaten en veel luchtgevechten.
Maandag 20 November Bemerkten we de eerste vliegende bom, daarna zouden er nog vele komen.
Dinsdag 28 November moeten er volgens politiebericht in de stad 250 granaten gevallen zijn, ook zondag 26 November was er ± 10 uur een hevig luchtgevecht boven den Nebo. Ik was op enkele minuten afstand van de Nebo, maar durfde wegens het voortdurend vallen van splinterbommen niet verder. 8 Engelsche soldaten trokken me mee in een kuil, waarin we bleven liggen tot het veilig was. In de hoogmis was natuurlijk weinig volk. In de stad vielen bommen en bij Levensavond werden 6 en in Hees 1 persoon gedood. Ons huis ligt weer midden tusschen de kanonnen die voortdurend blaffen.
Van Zaterdag 2 december tot Maandag 4 december vielen weer veel granaten, vooral ook in de buurt van de Nebo, een kleine 100 huizen werden weer verwoest. Op het Basiliekplein tegenover de Nebo werden verschillende soldaten gewond, bijna alle huizen in den omtrek kregen voltreffers, Sionshof, Bruning (?), Polman enz.
Zoo ging de eerste maanden alles door, de ene dag werd er wat meer gevochten dan de andere, maar steeds was het granaten en nog eens granaten, steeds was er aanvoer van soldaten en munitie zonder dat ze verder trokken. Groesbeek was geheel verwoest en geheel verlaten er woonde niemand meer, ook niet in Beek. In Mook steeds vechten, maar noch bij het Rijkswald, noch bij Arnhem trokken ze verder. Intusschen is het op den Nebo steeds verwisselen van troepen. Bij het vertrek van iedere instantie zijn er weer tafels, stoelen enz. minder, daar is niet tegen te vechten en toen op 8 maart de Nebo werd ingericht tot Canadeesch-ziekenhuis werd ook datgene, wat we hadden bijeengebracht in afgesloten kamer, nog in beslag genomen. Daarenboven werden de cellen der Jongens op de slaapzaal afgebroken en niettegenstaande stellige belofte het hout te zullen sparen, werd dit voor allerlei andere doeleinden gebruikt en bleef er niets van over.
Een grote schadepost voor ons. In December werd de electrische stroom gedurende verschillende uren afgesloten, zoodat we vele uren in het donker zaten, totdat een goede vriend ons een petroleumvergasser bezorgde. Met Kerstmis was het feest voor de Engelschen er was drank in overvloed, maar in dezelfden nacht moesten zij nog naar een andere plaats verhuizen. De Nebo werd onbegrijpelijk viesch achtergelaten. Met Nieuwjaar was er een hoofdmis voor de Fransche Canadezen. De kerk was overvol steeds nog vielen er veel granaten en steeds noch kwamen er meer soldaten in de omgeving. De Nebo was propvol. We mochten nog steeds Nijmegen niet verlaten en brieven mochten ook niet geschreven of ontvangen worden. Bij ons was de Engelsche protestantsche Aalmoezenier gehuisvest.
Eindelijk op 8 Februari begon hier het offensief door het Rijkswald naar Kleef. In onze buurt stonden 1146 kanonnen opgesteld, die allen des ’s morgens om 5 uur begonnen te schieten en onafgebroken daarmede doorgingen tot ’s avonds 5 uur. Ons huis stond te trillen, met elkander spreken was onmogelijk van het leven, de scholen enz. in Nijmegen werden gesloten. Iedere vierkante meter van het Rijkswald en van Kleef kreeg zijn beurt. Op alle wegen zagen we het leger voorwaarts trekken. ’s Avonds kwamen de eerste gevangenen een 300 tal over de spoorlijn, die naast ons huis loopt en werden naar Nijmegen gebracht. Ze zagen er vermoeid en mager uit. Dit ging de volgende dagen door, steeds meer gevangenen en na enkele dagen hoorden we dat het Rijkswald gezuiverd en Kleef gevallen was.
Achter Kleef was de tegenstand echter heftig, en kwamen veel gewonden en op 8 maart werd besloten dat de Nebo in een hospitaal zou veranderd worden. Intusschen was er in onze nabijheid op een 200 meter afstand een groot vliegveld aangelegd (B-91, Kluis bij Nijmegen). Het ging allen op zijn Americaansch. De banen werden eerst belegd met heel dik gaas, daarover kwam een laag teer en dan werd alles belegd met matten van heel dik hout (bedoeld worden waarschijnlijk de geperforeerde staalplaten, Engels: Pierced Steel Plank ofwel PSP). Het veld liep van onze spoorlijn tot ver in Malden. Een nieuwe spoorweg, buiten Nijmegen om, zorgde voor aanvoering van alles wat er voor nodig was. Met grote vliegtuigen werden de zieken en gewonden naar hier gebracht en vandaar met Rode Kruis wagens naar de Nebo. Deze was intusschen schoongemaakt en als lazaret ingericht. Oorspronkelijk was het plan er 1200 bedden in te plaatsen, maar men begreep dat dit onmogelijk was. En nu kwam er een Canadeesch hospitaal, dat wel niet zoo groot was, maar toch alle localen en zelfs onze jongensslaapzaal nodig had. Zoals ik boven schreef werd deze afgebroken en ging al het hout verloren.
Op 26 maart kwamen de eerste gewonden. In de eetzaal des paters werd een tweede deur gemaakt, daar kwamen 3 operatietafels staan, die steeds in gebruik waren. Het enigste dat wij in gebruik hebben is de kerk en sacristie en deze laatste moesten we zoo nodig nog half afstaan. In de ene helft is een operatietafel geplaats en bij grote aanvoer van gewonden moest die gebruikt worden. De sacristie is ook kleedkamer voor de dokters. Er zijn steeds veel operaties. Nu Kleef bezet is zijn wij vrij van granaten, maar in de stad blijven er nog steeds veel vallen vanuit Arnhem.
Op 4 Mei ‘s Avonds komt men ons zeggen, dat de vijand in Holland gecapituleerd heeft. Je begrijpt onze uitbundige vreugde. Een uur later komt R.P. Bleijs ons het heugelijke nieuws bevestigen, daarna vertrekt hij om in den nacht naar Apeldoorn te rijden. Tegen één uur is hij echter weer terug, daar de schipbrug open was. De eerste dagen algemene feestvreugde.
Dinsdags 8 Mei ’s Nachts 12 uur zou de officiële vrede beginnen.
Personen genoemd in het dagboek:
|
||
Augustina, zuster M. | Driel, Reverende Père H. van | Montgomery |
Bernarda, Moeder | Eisenhower | Polman |
Bernhard, Prins | George, koning | Schwerts, mevr. |
Bleijs, Reverende Père | Gerrits, Piet | Tarcisius, Br |
Bot, R.P | Gertruides, moeder | Tecla, zuster |
de Braam, G. | Hardebroek, Baron v | Tronson, Aalmoezenier |
Braam, H. | Horn, ten | Velden, Mevr. v.d. |
Bruning (?) | Jansen | Versteege, Reverende Père |
Cornelissen, slager | Kenny, Aalmoezenier R.D. | Vis |
Dalderop | Leonardus, Br. | Williebrands, Br |
R.P.Hermanus van Driel stierf op 77 jarige leeftijd op 24 juli 1954.
Hij is begraven in de tuin van het Neboklooster te Nijmegen
De Nebo in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog (pdf versie)